Belangenverstrengeling kan voor gemeentebestuurders een lastig opstakel vormen.

In het geval van de wethouder van Den Haag die ook zitting heeft in het dagelijks bestuur van het intergemeentelijke samenwerkingsverband Ypenburg (Vinex bouwlocatie) komt hij in een lastige positie als er problemen tussen een aantal burgers en bouwers zijn ontstaan. Bouwers wandelen als een olifant door een porseleinkast als ze hun bouwactiviteiten ontplooien. In het gebied wonen burgers die worden geconfronteerd met allerlei ongemakken en schades en veranderingen van hun leefomgeving. Er volgen bezwaren op de plannen en de een na de andere juridische procedure. Omdat de uitspraken van de rechter en allerlei afspraken door de bouwers worden genegeerd en de burger niet wordt gesteund door de handhavende overheid (gemeente) maar de overheid belang blijkt te hebben bij de kant van de bouwers wordt het steeds spannender. Allerlei acties (1,2) zijn het gevolg. Het doordenderen van de bouwers heeft allerlei ruzies tussen deze bouwers en de burgers tot gevolg. Omdat er geen rekening wordt gehouden met de rechten en eigendommen van de betreffende burgers wordt de sfeer steeds venijniger. Afspraken die in het verleden zijn gemaakt tussen de overheid en de betreffende burger worden door de bouwers met voeten getreden. Uiteindelijk dagen de bouwers enkele burgers voor de rechter. Zij eisen het monddood van de burger. Ze mogen geen bezwaren meer indienen en de schadeveroorzakende activiteiten niet meer tegenhouden. Op straffe van hoge boetes. Ook de vergunningen waartegen beroep en schorsingsverzoeken lopen mogen niet meer gehinderd worden. Toegang op de particuliere terreinen moet verleend worden etcera

Om de eisen van de bouwers kracht bij te zetten en hun belang zo groot mogelijk te laten lijken, wordt het Samenwerkingsverband mee betrokken in de rechtszaak. Dit heeft tot gevolg dat de wethouder die zitting heeft in het Samenwerkingsverband zelf partij wordt. Hier komt de wethouder in conflict met zijn rol als belangenbehartiger voor de burger en handhaver en zijn rol in het Samenwerkingsverband. Ook de politie die normaal als handhaver optreedt, is naar eigen zeggen niet meer vrij om te handelen. Zij worden gestuurd door de gemeente en dienen het belang van deze gemeente. Zelfs aangifte van bewust gemaakte schade helpt niet. Een burger laat zich om deze reden expres arresteren om deze zaak aan de kaak te kunnen stellen. Hij krijgt hiervoor overigens van de rechter geen straf opgelegd. Op een stadsdeelraadvergadering wordt dit door een burger door middel van een inspraak aan de kaak gesteld.

Het gaat uiteindelijk zover dat de gemeente (samenwerkingsverband) burgers laat schaduwen door een detectivebureau. Zij maken stiekem een rapportage van enkele acties. Dit is enkel en alleen bedoeld om de betreffende burgers in een kwaad daglicht te stellen bij de rechter. De wethouder komt op deze wijze in een lastig parket door zijn dubbele rol als wethouder en belanghebbende en in dit geval dus opdrachtgever is van het detectiverapport. Zie de artikelen (3,4,5) die daarover verschijnen. Ook deskundigen bestuurskunde vinden de acties niet slim. Een raadslid stelt schriftelijke vragen (1,2). Hij stuurt ook een brief aan de officier van justitie over de gang van zaken.

De burgemeester antwoord op de schriftelijke vragen dat hij ze niet wil behandelen omdat “de zaak onder de rechter is”. Door deze handelswijze is het voor een burger niet meer mogelijk om een zaak aan de volksvertegenwoordiging voor te leggen.