Er is een kapvergunning verleend voor het kappen van een aantal bomen waaronder enkele goed te verplaatsen bomen.
Er wordt daarom bezwaar gemaakt tegen het kappen van specifiek deze bomen. Na afloop van de bezwaartermijn van 6 weken (de bezwaren zijn nog niet behandeld) worden de meeste bomen omgezaagd en de in het bezwaarschrift genoemde bomen verplaatst naar een locatie in de nabijheid.
De bezwaarcommisie vindt dat de bezwaarmaker niet-ontvankelijk is, omdat hij te ver weg woont. Hij zou geen belanghebbende zijn volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Zijn bedrijf ligt echter op een afstand van circa vijftig meter van de bomen. De bezwaarmaker legt dit per brief aan de commissie uit.
De bezwaarcommsisie is waarschijnlijk door de gemeente niet op de hoogte gesteld van het reeds uitgevoerde werk gezien hun reactie
De bezwaarmaker krijgt nadat de behandeling in de commissie heeft plaatsgehad een uitvoerig verhaal te horen waarom hij niet als belanghebbend wordt gezien.
Onder belanghebbende in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt volgens de gemeente verstaan, ieder wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Volgens de toelichting op de wet en vaste jurisprudentie vallen in iedere geval niet onder het belanghebbendenbegrip:
a. willekeurig belangstellenden
b. een persoon van wie kan worden gezegd dat hij enig belang heeft, maar zich op dat punt niet onderscheidt van grote aantallen anderen
c. Een persoon die een louter subjectief gevoel van sterke betrokkenheid bij het besluit heeft.
De bezwaarmaker wordt definitief niet ontvankelijk verklaard.
Hier wordt helder dat het voor de gemeente belangrijker is om de bezwaarmaker niet ontvankelijk te verklaren met alle juridische kosten van dien, dan de inhoud van het bezwaar te beoordelen.
De inhoud was namelijk het redden van goed te verplanten bomen. En dit is de bezwaarmaker gelukt met zijn bezwaar want het verplanten is uitgevoerd. Dit wordt ook duidelijk aan de hand van het verslag van de hoorcommissie.
