Aan de President van de Rechtbank

Tav M van Vlodrop

 

Den Haag 24 september 2003

 

Uw kenmerk 03/3662 BESLU

 

Geachte president,

 

U vraagt in uw brief te reageren op het commentaar van Delfland en specifiek vraagt U waarom ik niet heb gereageerd op de brief van 4 april 2003 naar aanleiding met de met mij gemaakte afspraken.

Om met dit laatste te beginnen. Het gesprek (dat door Delfland is geďnitieerd) voorafgaande aan het verslag van 4 april is in goede sfeer verlopen. Het was zelfs gezellig. In dit gesprek zijn een aantal punten besproken en door Delfland nader uitgelegd. Delfland had een samenvatting van alle bezwaren uitgedeeld en we hebben naar aanleiding daarvan een aantal zaken doorgesproken. De deskundigheid van Delfland hoefde ik daarbij niet te betwijfelen. Ik heb in dit gesprek gereageerd en een aantal zaken leken opgelost. Delfland zou een verslag maken en ik zou het daarna met mijn broer bespreken en dit zou kunnen leiden tot het intrekken van bepaalde bezwaren. Afspraken over intrekking zijn niet gemaakt. Het verslag en het gesprek met mijn broer hebben mij doen inzien dat er nogal wat haken en ogen zaten aan intrekking van bezwaren. Een aantal zaken welke niet door Delfland naar voren zijn gebracht in het gesprek (zij hebben tenslotte de agenda bepaald) en dus ook niet besproken zijn, maar die voor ons cruciaal zijn, zouden ons dan ook in de problemen brengen. Om nu aan Delfland te gaan vertellen dat ze eigenlijk niet helemaal eerlijk hebben gehandeld tijdens het gesprek door niet alles te vermelden vond ik zo vervelend dat ik besloten heb om vooralsnog nog niet te reageren. We hadden de heren nog nodig bij het handhaven van andere door derden gecreëerde misstanden en niet nagekomen afspraken oa met BAMNBM, Ypenburg en van Wijnen bv.

Overigens  loopt er een gerechtelijke procedure tegen de bouwvergunningen in Deelplan 14 waar ook de wateroverlast problematiek speelt, en waar Delfland ook van op de hoogte wordt gehouden door BAM. Gezien de stukken die daar worden ingebracht ben ik er volledig vanuit gegaan dat het zo’n vaart niet liep met de beantwoording. Achteraf gezien had ik toch beter even een briefje kunnen sturen met bovenstaande uitleg of het kunnen melden in het telefoongesprekje dat ik circa twee maanden geleden met dhr Hofwegen had over het verslag.

 

Nu de reactie op het verweerschrift.

 

In de watercommissie ( opgezet door de BAM naar aanleiding van mijn met Ypenburg gesloten convenant) is tot in detail uitgekauwd hoe mijn perceel waterhuishoudkundig veilig kon worden gemaakt. Net zo veilig als de om ons heen nieuw te bouwen huizen.

Na een paar honderd overleg uren mijnerzijds en het door mij inhuren van deskundigen is er een definitief door alle partijen aanvaard technisch plan uit de bus gekomen waar iedereen me kon leven. Delfland heeft hier actief in meegedacht en zijn deskundigheid ingebracht. Het enige door alle partijen beaamde probleem was nog wie het ging betalen. De BAM vond dat ik de helft van de fl. 250.000,- kosten ( d.i. fl. 125.000,-) moest betalen. De werkelijke kosten zijn echter ongeveer fl. 100.000.- Uiteraard is het aan de veroorzaker van de problemen te betalen voor de noodzakelijke voorzieningen.

Dit plan is om onverklaarbare technische redenen niet meer aan de orde en er worden allerlei nieuwe plannen gesmeed. Dit veroorzaakt een brij van niet op elkaar aansluitende plannen, niemand weet meer wie wat wil, vergunningen die niet met het plan in overeenstemming zijn, Bezwaar na bezwaar etcetera etcetera.  Het enige houvast dat ik heb zijn de oorspronkelijk door ieder gedragen technische oplossingen. Of we zouden het traject geheel opnieuw moeten doen en wederom een watercommissie instellen. Uiteraard heeft de vorige commissie mij zoveel tijd en geld gekost dat ik dit eerst uitbetaald gehad wil hebben vooraleer we met een nieuwe starten. Ik ben geen jojo die voor niets overal tijd in moet steken.

 

Het bestemmingsplan geeft aan dat er rondom ons perceel woningbouw plaats moet vinden.

De normen van Delfland tav de waterberging en de veiligheid voor bewoners vereisen een drooglegging van tenminste 1.2 meter tov het hoogste standaard waterpeil. Dit betekent dat de omliggende bebouwing qua vloerpeil op tenminste -3.60 NAP dient te komen bij een waterpeil van – 4.80NAP. Er is tussen de 10 en 12% waterberging vastgelegd in het bestemmingsplan. Berekeningen hebben aangetoond dat het peil bij worse case situatie 80 cm kan stijgen.  De woning van ons ligt op vloerpeil – 4.14 NAP en zal dus 14 cm blank staan ten gevolge van toestroom uit de omgeving als er geen voorzieningen worden getroffen. Deze voorzieningen zijn in de vergunning vermeld dus lijkt alles op orde. Een damwand wordt geplaatst op -4.00 m NAP.

Een aantal kanttekeningen moet ik hierbij echter plaatsen.

 

1 de veiligheid is niet zoals gesuggereerd vergelijkbaar met de veiligheid van de omliggende bebouwing. Normaliter wordt een T = 100 bui als norm gehanteerd. Bij een grotere bui wordt er van uitgegaan dat dit overmacht betreft en dat hier geen rekening mee hoeft te worden gehouden. De overheid stelt dan een calamiteiten fonds in en alle schade wordt op deze basis vergoedt. Echter in ons geval lopen we als enige onder (en dus geen calamiteitenfonds). Omdat er bij de omliggende bebouwing nog 40 cm te gaan is voor zij onderlopen. Er is dus geen sprake van vergelijkbare veiligheid. Die van ons is beduidend minder.

 

2 de situatie van ons perceel is zelf niet meegenomen in de vergunningen. Ons perceel betreft een bestaande situatie waarbij er een woning met garage en erf staat in een omgeving weiland. De drooglegging was altijd circa 40 cm. (zomerpeil) Bij hevige regenval liep het weiland onder en al stond er 20 cm water op het weiland, dan was er nog steeds geen probleem. In feite was er een waterbergend oppervlak van 99%. Door damwanden en of dijken rondom het perceel te maken beperk je het waterbergende oppervlak tot circa 10% en zoals ik in een volgende alinea zal uitleggen zelfs tot circa 6 a 8%!! Dit is een enorme verslechtering tov de oorspronkelijke situatie. Dit zal tot gevolg hebben dat ook op ons perceel peilstijgingen van 80 cm of meer tijdens een T =100 bui kunnen plaatsvinden, met alle gevolgen van dien. In de vergunning is geen enkele voorziening getroffen ook al zegt Delfland over berekeningen te beschikken waarbij dit is meegenomen. Deze zijn mij nooit overlegd. Het enige dat ik heb kunnen vinden in mijn dossier is een rapport van Mos gemaakt in opdracht van de BAM dat voornamelijk de lek door de damwanden weergeeft en waarin terloops een peilstijging op mijn terrein van 27 cm bij een T=100 bui wordt aangegeven.

 

Dit rapport is door mij en mijn adviseur dhr Bazuin op zijn merites bekeken

Enkele technische opmerkingen:

Een peilstijging van 27 cm binnen ons perceel is door MOS berekend naar aanleiding van een oppervlak van 4500 m2 en een open water oppervlak van 650 m2

De peilstijging zou bij een bui T = 100 (regenval 39mm in 1 uur) circa 0.27 meter zijn. Dit komt neer op -4.60 NAP plus 0.27m = -4.33 NAP

Zoals op de door de BAM (en niet door ons geaccordeerde) bijgeleverde tekening aangeeft is echter het polder oppervlak 6500 m2 en het open water in de polder ongeveer 500 m2

Bij berekening met oppervlakte maten volgens de gehanteerde tekening kom je bij 6500 m2 op een stijging van 0.39 m en ook nog rekening houdend met de in werkelijkheid bestaande 500 m2 open water op 0.51 m stijging

Dit geeft een stijging vanaf NAP – 4.60 plus stijging van 0.39 m is -4.21 NAP respectievelijk -4.09 NAP

Met dit niveau staat het perceel blank en woning droog en in het andere geval perceel blank en woning blank.

Rekening houdend met de in concept vergunde pompcapaciteit van 10 m3 per uur verlaagd dit het niveau in dit uur met (253m3 minus 10m3 = 243 m3) met circa 1 mm. (in de vergunning is echter een pomp van 8 m3 opgenomen dus nog kleiner)

Dus de pompgrootte heeft nauwelijks invloed op de waterstand binnen ons perceel ten tijde van een T=100 bui.

De vergunde overstroom kleppen zullen ook nauwelijks een bijdrage leveren, omdat in het omringende gebied Tijdens een T=100 bui ongeveer dezelfde stijging plaats vindt.

Een T= 100 bui is echter ook gedefinieerd als 100mm in 48 uur Bij deze waarde is de peilstijging echter nog veel groter. Hierbij heeft de pompcapaciteit in diezelfde 48 uur echter wel een grotere invloed. Dit resulteert in een niet eenvoudig in te schatten maximum waterstand. Het hangt er namelijk sterk vanaf wanneer de regen valt, namelijk verspreidt over de 48 uur of geconcentreerd in een paar uur. Hier dienen computermodellen voor gemaakt te worden om de exacte peilstijgingen te kunnen aantonen.

Wel is er een gegeven dat de T= 100 bui, die normaal eens in de 100 jaar voorkomt de afgelopen vijf jaar vier keer is gevallen in ons gebied. Dus bovenstaande computer berekening dient wel degelijk plaatst te vinden alvorens een redelijke mate van zekerheid is verkregen dat de maatregelen afdoende zijn.

 

3  bij de plannen voor de Bras zijn door de gemeente vier woningen gepland op de rand ten zuiden van ons perceel. Deze zijn onderdeel van het woningbouw programma op de Bras en onderdeel van het bestemmingsplan. Aan de noordzijde van deze woningen is een watergang opgenomen die in verbinding staat met het watersysteem van de Bras. Door nu, volgens tekening behorend bij de vergunning, damwanden te plaatsen worden deze woningen van het openwater en het peil van de Bras afgesneden en worden onderdeel van de door onszelf te beheren polder. Dit kan niet worden aanvaardt. Deze woningen en het peilbeheer ervan valt onder verantwoordelijkheid van het hoogheemraadschap en valt niet onder ons beheer. Als argument wordt door Delfland gebruikt dat dit perceel ook mijn eigendom is. Maar het zijn woningen ten behoeve van derden en ik dien daar geen verantwoordelijkheid voor te dragen tot in de verre toekomst. Uiteraard ben ik als ontwikkelaar van deze vier huizen medeverantwoordelijk voor de ontregeling van het watersysteem op ons bestaande woon perceel. Dit is ook erkend door ons en we zijn ook bereid gebleken hiervoor ons deel van de verantwoordelijkheid te nemen. Het watersysteem de Bras betreft 2200 huizen waaronder onze vier te ontwikkelen woningen. Alle woningen in het gebied samen veroorzaken het waterprobleem op ons perceel. Per huis is er om dit goed te regelen een exploitatiekostenbijdrage vastgesteld waarin ook deze kosten zijn opgenomen. Deze bijdrage is voor de vier door ons (verplicht) te ontwikkelen huizen zoals overeengekomen in het eerdergenoemde convenant reeds afgerekend met Ypenburg.

 

 

4 Op de tekening bij de vergunning blijkt echter een niet gesloten damwandconstructie te zijn voorzien. En aan de Noordkant van het perceel een dijkje. Niet meer te vinden op tekening is het slootje binnen dit dijkje dat dient om de grondwaterstanden aan de noordzijde te beheren. (in het in uw bezit zijnde concept wijzigingsbesluit is dit overigens verdwenen) Zeer onduidelijk is hoe de inrit waterkerend gemaakt wordt. Kan dit overigens wel?Tevens blijkt in de tekst van de vergunning de bestaande dijkjes aan de noordkant van ons perceel niet meer te hoeven blijven. Wie garandeert ons dan eenzelfde veiligheid als de omliggende bebouwing?

 

 

.

5 De vergunning en het concept wijzigingsbesluit stellen maatregelen voor die ons ernstige wateroverlast kunnen opleveren. Er is geen enkele rekening gehouden met de afspraak dat onze tijdelijke vergunde waterhuishouding pas mag worden opgeheven als de definitieve is gerealiseerd. Onze pomp ter regulering van het waterpeil die pas verwijderd mag worden als de definitieve situatie is gerealiseerd, is in de vergunning niet meer aanwezig en is vervangen door een terugslagklep. U zult begrijpen dat als in het algemeen een pomp vervangen kan worden door een terugslagklep er geen pompen meer geplaatst hoeven te worden omdat deze laatste terugslagkleppen veel eenvoudige en goedkoper zijn. Een pomp is een duidelijk andere voorziening met een duidelijk ander doel. Delfland zou U het verschil wel moeten kunnen uitleggen.

Ook de pomp die het omliggende bouwterrein droog moet houden teneinde geen afstroming naar onze percelen te laten plaatsvinden is in de vergunning niet meer aanwezig. Het waterbergende vermogen van de wijk is  nul komma nul omdat er nog geen vierkante meter bergend oppervlak is gegraven ondanks dat dit in de vergunning als voorwaarde is opgenomen. Alle andere veranderingen kunnen pas als dit oppervlak is gegraven. Tijdelijk mogen volgens de vergunning wel hulpsystemen worden aangelegd, maar deze mogen de waterrisicos voor derden niet vergroten. Er zijn echter werken gepland die dit wel zullen doen. Zie de lijst van de BAM die in uw bezit is. Hier dienen tijdelijke vergunningen voor te worden afgegeven zodat we (door ervaring met de deskundigheid van Delfland in ons achterhoofd) in de gelegenheid zijn te beoordelen wat de consequenties hiervan zijn.

 

6  De voorzitter van de hoorcommissie geeft aan dat Delfland op veel punten de vergunningen heeft aangepast aan onze wensen. Hij vraagt zich af of we 300 procent gelijk willen hebben. Ik kan niets met deze opmerking. De vele aanpassingen aan de vergunning na onze inspraak betekent toch dat er ook vele fouten in de oorspronkelijke plannen hebben gezeten. Normaliter had Delfland deze zaken zelf moeten onderzoeken als waterdeskundige en ze tevoren moeten tackelen.  Stel dat wij geen contra expertise hadden gedaan dan waren de vergunningen vastgesteld conform Delflands ideeën. Dan was het leed voor ons en Delfland niet te overzien geweest. Wij willen niet meer en niet minder veiligheid dan de om ons heen liggende woningen.

 

7  het pompen en beheren van ons perceel wordt tot in lengte van jaren op onze kosten uitgevoerd. Dit is niet acceptabel.

Er is jaren terug bij de onteigening van omliggend weiland wel afgesproken dat we op eigen kosten ons eigen peil mogen beheren, maar er is toen gemeld dat het omringende maaiveld met maximaal twintig centimeter zou stijgen. Dit blijkt echter meer dan een meter te zijn gestegen en er is toen gezegd dat er aan de waterpeilen niets zou veranderen. Dat is dus duidelijk ook anders dan is afgesproken. De extreme wijziging van de situatie tov de afspraak verhoogt de beheerkosten enorm. Dit mag dus niet op ons dak terecht komen. Meer dan op onze kosten inspectie van de werking van het systeem controleren moet er niet inzitten.

 

8 er is tot op heden nog geen vierkante meter vervangend water gegraven, om over een koppeling met de rest van de bras (zie globale vergunning) nog maar niet te spreken.

Wel worden ondertussen allerlei tijdelijke en vergunde voorzieningen verwijderd en ontregeld.

 

9 er wordt gesproken over achterloopsheid van de tijdelijke damwand gedurende een lange periode. Het klopt dat er op gezette tijden achterloopsheid is. Dit wordt door mij veroorzaakt en geregeld middels het uitnemen of herplaatsen van een tweetal damwandplanken. Dit heeft ten doel dat de pomp in de regenperiode alleen dan hoeft ingeschakeld te worden als er sprake is van ernstige regenval en niet standaard al het overtollige water hoeft te verpompen. Dit bespaart energie en voorkomt overlast voor de naburige bewoners. In risico situaties plaats ik de planken waardoor er een voldoende bescherming is tegen inundatie. Uiteraard alleen als ik zelf aanwezig ben, dus niet in vakantieperioden.

 

10 de scheidingskade tussen de twee watersystemen (mijn systeem en het deelplan 14 systeem) is wel degelijk te laag. Zodra in deelplan 14 een peilstijging plaatsvindt van ongeveer een halve meter loopt het zo de watergang van mijn perceel in. Hier is dus wel degelijk een gevaar aanwezig.

 

11  het intrekken van de oude vergunningen is een gevaarlijke zaak. Diverse veiligheden voor ons perceel zijn dan ineens vervallen. Oa het eerder genoemde dijkje en watergang aan de noordkant. Deze watergang is ook niet meer zichtbaar op de definitieve tekening en ook het dijkje niet.

 

12  er is geen zettinggevaar van de damwanden volgens Delfland. Zij hebben gesommeerd in de vergunning dat ze niet mogen zakken en dus doen ze dat ook niet. In het verweerschrift staat een opmerking, dat er zettingen mogen zijn omdat ze nu weer eens voor de afwisseling hebben berekend dat de maximale stijging van het deelplan water nu maar op 56 cm uitkomt. En de damwand dus flink zou mogen zakken. Wat is dit voor deskundigheid?

 

13 Wat betreft maaiveldhoogten zegt Delfland dat dit eerder is gemeten en dat er toen geen bezwaar is gemaakt tegen die waarden. Ten eerste heb ik niet kunnen controleren of dit de juiste waarden zijn. Maar ten tweede heeft de maaiveldhoogte wel degelijk invloed op de bergingscapaciteit van het perceel. De maaivelden die onder het vloerpeil van het huis en het zwembad liggen kunnen als waterberging dienen maar het deel dat erboven ligt heeft zelfs een nadelig effect op het waterbergende vermogen. Deze maaiveldhoogten is dus van wezenlijk belang om de maximale peilstijging te kunnen becijferen. Mijn inschatting is dat ongeveer 1/3 van het perceel de maaiveldhoogten boven het vloerpeilen ligt dus is er mijns inziens terdege rekening mee te houden. Indien het door derden te ontwikkelen perceel onderdeel wordt van het eigen poldertje dan is de invloed zelfs nog veel groter. (circa de helft ligt dan boven vloerpeil.

 

14 De volkstuin is volgens delfland geen onderdeel van de vergunning waar het hierom gaat. Het regelmatig blank staan van het perceel heeft hier dus niets mee te maken. Echter de afvoer van het water uit de volkstuinen moet hoe dan ook plaatsvinden via deelplan 14. Als ze regelmatig onderlopen zal dit hoe dan ook komen doordat de afvoer naar deelplan 14 niet meer kan plaatsvinden. Of dit nu via de genoemde duiker (600 ipv 300 mm) in de NAM weg plaatsvindt of via een door Ypenburg aan te leggen maar nog niet aangelegde duiker onder de NAM weg door doet niet terzake. De constatering is dat de percelen regelmatig onderwater staan en Delfland is middels de vergunningverlening hier aansprakelijk voor. Hoe ze het oplossen is niet mijn zaak als het maar wordt opgelost voordat de herfst met zijn mogelijke regenval intreedt.

 

15 Wat betreft deelplan 12 en al zijn opmerkingen denk ik niet dat dit in deze procedure thuishoort, maar Delfland verwijst er steeds naar. Dus geef ik hierbij aan dat alle door Delfland gemaakte opmerkingen betreffende te maken voorzieningen in deelplan 12 ter bescherming van onze eigendommen in deelplan 12 tot op heden niet zijn uitgevoerd. Terwijl wel oorspronkelijke barričres tegen de watertoestroom naar de percelen zijn verwijderd. Hier is dus ook een kritische situatie gecreëerd.

 

In de hoop U wat nader te hebben toegelicht verblijven wij

 

Vriendelijke groeten