In het bestemmingsplan Ypenburg Pijnacker de Bras is voor het kunnen bouwen van een woonwijk een globale bestemming opgenomen voor wonen (UW). Deze plannen moeten later uitgewerkt worden door middel van een Uitwerkingsplan. Hierin worden de details verder aangegeven, zoals waar, en welke huizen op welke plek moeten komen, waar de straten liggen etc.

Dit globale bestemmen wordt gedaan om flexibiliteit te houden. Niet alle inrichting van het bouwplan is al bekend en zo kan er ook rekening worden gehouden met de marktontwikkelingen.

Tot zover de officiële uitleg.

 

Een aantal andere mogelijkheden die hierdoor ontstaan zijn oneigenlijke.

 

Door belangenverstrengeling tussen de overheid (vergunningverlener en handhaver) en projectontwikkeling (geld verdienen met bestemmingswijziging en gronduitgifte) en de projectontwikkelaars (geld verdienen met bouwen) is niet meer zuiver zichtbaar wat de overheid doet als er wijziging van bestemmingsplannen worden doorgevoerd.

 

In het bovenstaande bestemmingsplan was er een agrarische bestemming. De woonbestemming kan er direct als eindbestemming opgelegd worden. Echter als de landeigenaar dan wil, kan hij direct zelf huizen gaan bouwen. Weliswaar moet hij dan de regels van het bestemmingsplan in acht nemen, maar hij kan niet door de overheid worden tegengehouden als hij er vergunningen voor aanvraagt.

Een globale bestemming kan niet gebruikt worden om alvast te bouwen. Zo creëert de overheid voor zichzelf tijd om de gronden aan te kopen en eventueel te onteigenen als de landeigenaar niet “vrijwillig” meewerkt. De bestemming moet dan namelijk al een woonbestemming (of bedrijven) zijn, anders kan er niet onteigend worden.

 

Een andere oneigenlijke toepassing is de volgende. Een eigenaar van een stukje grond maakt een deal met de overheid om op deze grond tegen betaling van een “bijdrage in de exploitatiekosten” zelf een aantal huizen te bouwen. Hier worden vergunningen voor aangevraagd. De vergunningen kunnen slechts verleend worden als er een anticipatieprocedure wordt gevolgd of het globale bestemmingsplan nader wordt uitgewerkt in een zogenaamd uitwerkingsplan. Om een of andere reden was de overheid niet gelukkig met de deal en houden ze de bouwvergunning aan. Als reden wordt er gemeld dat er geen uitwerkingsplan is, zodat ze de vergunningen niet mogen verlenen. Op zich klopt dit, maar de overheid heeft ook een uitwerkingsplicht. Alleen de wet heeft hier geen termijnen aan verbonden. De overheid probeert met deze handelswijze de betreffende burger onder druk te zetten zodat de bezwaren en impasses die deze burger op andere gebieden met dezelfde overheid heeft sneller kunnen worden opgelost.

 

In het oorspronkelijke ontwerp uitwerkingsplan (tekening 1) voor de rest van de locatie was ook deze strook grond mee uitgewerkt. Toen had de overheid het idee dat ze zelf deze huizen konden bouwen. Toen er later bleek middels de deal dat deze huizen niet door hen gebouwd konden worden, hebben ze in het vastgestelde uitwerkingsplan (tekening 2) deze hoek grond erbuiten gelaten. De belangenverstrengeling is hier duidelijk.

 

Er zijn (schriftelijk) toezeggingen dat er geanticipeerd zal gaan worden en er zijn meerdere mondelinge toezeggingen gedaan dat het uitwerkingsplan in procedure gaat. Tot op heden is de gemeente nog niets van deze toezeggingen nagekomen.